In het kort
Richtlijnen
Richtlijn: Het gebruik van een voedingsstofsupplement met vitamine D is nodig voor vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar.
vrouwen
Van vrouwen vanaf 50 jaar gebruikt
37%
supplementen met vitamine D
mannen
Van mannen vanaf 70 jaar gebruikt
25%
supplementen met vitamine D
opvallend
In de winter volgen meer volwassenen het advies dan in de rest van het jaar
In de Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad staat dat voor de algemene bevolking het gebruik van voedingsstofsupplementen niet nodig is. Maar sommige groepen mensen hebben wel baat bij inname van bepaalde supplementen. Zo hebben vrouwen die zwanger willen worden extra foliumzuur nodig (rond de conceptie) en hebben veganisten extra vitamine B12 nodig. Er zijn ook bevolkingsgroepen die extra vitamine D nodig hebben. Het gaat om jonge kinderen, zwangere vrouwen, vrouwen vanaf 50 jaar, mannen vanaf 70 jaar en mensen met een donkere huid, lichaamsbedekkende kleding of mensen die weinig buiten komen. Mensen uit risicogroepen die weinig of geen zuivel gebruiken, hebben een combinatie van vitamine D en calcium nodig.
Niet alle kenmerken van genoemde groepen zijn bekend voor de deelnemers van de Voedselconsumptiepeiling. Op deze websitepagina staan daarom beperkte gegevens over het volgen van de richtlijn. Er wordt weergegeven welk percentage van de vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar hebben aangegeven of ze in de winter en /of rest van het jaar supplementen met vitamine D gebruiken. Daarnaast wordt weergegeven welk percentage van de bevolking in het afgelopen jaar supplementen nam. Hierbij is gebruik van vitamine D voor 50+ vrouwen en 70+ mannen niet meegerekend.
Vitamine D
Geslacht-freq vit D
37% van de vrouwen van 50 jaar en ouder en 25% van de mannen van 70 jaar en ouder gebruikt zowel in de winter als de rest van het jaar een supplement met vitamine D. In de winter is dit respectievelijk 56% en 40%. |
Geslacht-leeftijd-freq vit D
Onder vrouwen is er vrijwel geen verschil het gebruik van vitamine D-houdende supplementen naar leeftijd. |
vitD-opleiding-geslacht
Het gebruik van vitamine D bevattende supplementen is vrijwel gelijk naar opleidingsniveau.
Gebruik van voedingssupplementen
Leeftijd en geslacht-freq alle supplementen
Voedingssupplementen worden door ruim 57% van de volwassenen gebruikt. Dit gebruik is hoger bij vrouwen (69%) dan bij mannen (44%).
geslacht-freq alle supplementen-onnodig
In de Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad staat dat voor de algemene bevolking het gebruik van voedingsstofsupplementen niet nodig is. Voor bepaalde groepen wordt wel geadviseerd om bepaalde voedingssupplementen te nemen. Zoals vrouwen die zwanger willen worden, veganisten, vrouwen vanaf 50 jaar, mensen met een donkere huidskleur of die weinig buiten komen. Zonder het gebruik van vitamine D voor 50+ vrouwen en 70+ mannen, is het percentage dat mogelijk 'onnodig' supplementen gebruikt 55%. Dit percentage is waarschijnlijk een overschatting omdat geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld een zwangerschapswens, huidskleur, veganistisch voedingspatroon. |
geslacht-leeftijd freq alle supplementen-onnodig
Er is vrijwel geen verschil in 'onnodig' gebruik van voedingssupplementen tussen leeftijdsgroepen. Zonder het gebruik van vitamine D voor 50+ vrouwen en 70+ mannen, varieert het percentage dat mogelijk 'onnodig' supplementen gebruikt voor mannen tussen 47% en 49%. en voor vrouwen tussen 68% en 76%. Dit percentage wordt overschat omdat geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld een zwangerschapswens, huidskleur, veganistisch voedingspatroon.
Opleiding en geslacht-%
Hoopgeleide mannen gebruiken vaker onnodig een voedingssupplement (51%) dan middelbaar- en laagopgeleide mannen (41% en 33%). Bij vrouwen van is er vrijwel geen verschil naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 63% en 74%. Dit percentage wordt overschat omdat geen rekening is gehouden met bijvoorbeeld een zwangerschapswens, huidskleur, veganistisch voedingspatroon.
Opleiding-%
Hoopgeleide mannen gebruiken vaker 'onnodig' een voedingssupplement (51%) dan middelbaar- en laagopgeleide mannen (41% en 33%). Bij vrouwen is er vrijwel geen verschil naar opleidingsniveau. Het varieert tussen 63% en 74%.