Voedselconsumptiepeiling 2012-2016
De afgelopen jaren is een voorzichtige verbetering in het Nederlandse voedingspatroon te zien. Zo zijn Nederlanders meer fruit gaan eten en lijkt het ook met groente de goede kant op te gaan. Nederlanders eten ook minder vlees en drinken minder suikerhoudende dranken. Toch is er nog veel gezondheidswinst te behalen omdat de meeste Nederlanders zich nog niet aan de Richtlijnen goede voeding houden. Als de positieve ontwikkelingen zich voortzetten kan dit overgewicht en chronische ziekten helpen voorkomen.
Meer fruit
Nederlanders aten in de periode 2012-2016 bijna 120 gram fruit per dag, 8% meer dan in de periode 2007-2010. Ter vergelijking: dat komt bijvoorbeeld neer op 1 mandarijn per week of 2 appels per maand. Ook lijkt het erop dat we iets meer groenten zijn gaan eten. Voor de preventie van chronische ziekten zoals hart- en vaatzieken, diabetes en bepaalde vormen van kanker is een verdere stijging van de consumptie van plantaardige voedingsmiddelen gewenst. Slechts een minderheid van de Nederlandse volwassenen voldoet hiervoor aan de aanbevelingen.
Minder vlees
De consumptie van vlees en zuivel is de afgelopen jaren gedaald. Per dag eten we ongeveer 100 gram vlees en consumeren we ongeveer 350 gram zuivelproducten. Dat is respectievelijk 8 en 12 procent minder dan in de periode 2007-2010. De daling in de consumptie van rood en bewerkt vlees kan gunstig zijn voor de volksgezondheid in verband met een lager risico op een aantal chronische ziekten. Verder helpt dit om de milieudruk van ons voedsel te verlagen. De consumptie van zuivel voldoet nog aan de Richtlijnen goede voeding, maar moet met het oog op de botgezondheid niet verder dalen.
Minder suikerhoudende dranken
Kinderen dronken in de periode 2012-2016 gemiddeld 595 ml suikerhoudende dranken per dag, bij volwassenen was dit 292 ml. De consumptie van suikerhoudende dranken daalde binnen deze periode bij kinderen én volwassenen. In 2015-2016 dronken kinderen ruim een halve liter suikerhoudende dranken per week minder dan in 2012-2014. Bij volwassenen daalde dit met 350 ml per week. De consumptie van suikerhoudende dranken verhoogt het risico op overgewicht en diabetes.
Voedselconsumptiepeiling
Het RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu bracht het voedingspatroon onder ruim 4000 kinderen en volwassenen in kaart. Deze voedselconsumptiepeiling bevat gedetailleerde gegevens over wat, waar en wanneer Nederlanders eten en drinken. Met deze gegevens kunnen beleidsmakers en professionals aan de slag voor gezonde voeding en duurzaam en veilig voedsel, productinnovatie, voorlichting en voedingsonderzoek.
Voedingsmiddelen

Wat eet en drinkt Nederland?
- Nederlanders consumeren gemiddeld per dag 3,1 kg aan eten en drinken. Tweederde van de consumptie bestaat uit dranken.
- Jongens en mannen eten meer dan meisjes en vrouwen. De samenstelling van het voedingsmiddelenpakket verschilt nauwelijks per leeftijd. Wel consumeren kinderen relatief meer zuivel dan volwassenen en drinken ze minder.
- Bijna 80% van al het eten en drinken wordt door Nederlanders thuis geconsumeerd. Voedingsmiddelen die vaker buitenshuis worden gegeten of gedronken zijn koek en gebak, fruit en niet-alcoholische dranken.
- De laatste jaren zijn Nederlanders meer fruit gaan eten. De consumptie van alcoholische dranken, aardappelen, vetten, zuivel, zoetwaren en vlees nam af.
Opvolgen van Richtlijnen goede voeding

- De mate waarin de Richtlijnen goede voeding voor productgroepen worden opgevolgd varieert.
- De richtlijnen die het beste worden gevolgd zijn die van vis, alcohol en volkorenproducten. De richtlijnen die het minst worden gevolgd zijn die van groente, fruit, ongezouten noten, peulvruchten, suikerhoudende dranken en zout. Wel zijn er in de afgelopen jaren mogelijk gunstige veranderingen te zien in de consumptie van suikerhoudende dranken, vlees, groente, fruit en noten.
- De consumptie van met name groente en fruit hangt samen met opleidingsniveau.
Energie en macronutriënten

- De inname van koolhydraten, eiwitten, onverzadigde vetzuren en transvetzuren in Nederland voldoet aan de aanbevelingen.
- De hoeveelheid verzadigde vetten, de totale hoeveelheid vet en alcohol is voor een deel van de bevolking hoog. Voor alcohol is dat de afgelopen jaren lager geworden.
- De inname van voedingsvezel en alfa-linoleenzuur is laag.
- Voor de nutriënten waarvoor er lage en hoge innames worden gezien (vezel, alfa-linoleenzuur, vetten, verzadigde vetten) zijn er nauwelijks veranderingen te zien. Wel lijkt de inname van n-3 visvetzuren te zijn toegenomen.
- Daarnaast is de inname van transvetzuren (echter nauwelijks meetbaar) en onverzadigde vetzuren gedaald.
- Een toename in de vezelconsumptie en een gunstig vetpatroon kan van belang zijn om chronische ziekten te voorkomen.
Vitamines en mineralen

- De inname van koper, magnesium, zink, vitamine B1, B3, B12 en K1 is bij volwassenen voldoende. Voor kinderen is dit voor koper, vitamine B3 en vitamine B12. Voor mannen is ook de inname van kalium en vitamine B6 voldoende.
- Senioren volgen niet allemaal het suppletieadvies voor vitamine D. Meer opvolgen hiervan samen met voldoende calcium kan de kans op botbreuken verminderen.
- Voor een aantal vitamines en mineralen worden bij een deel van de bevolking lage innames gezien (calcium, ijzer, vitamine A, B2, B6, C en folaat). Er zijn geen concrete aanwijzingen dat deze lage innames vanuit volksgezondheidsoogpunt zorgelijk zijn. Vervolgonderzoek naar voedingsstatus (bijvoorbeeld bepaalde bloedwaarden) of de prevalentie van klinische verschijnselen is wenselijk.
- Voor veel vitamines en mineralen kan bij verschillende leeftijd/geslachtsgroepen niet met zekerheid worden vastgesteld of er sprake is van lage innames, omdat er onvoldoende kennis is over de behoefte van deze voedingsstoffen. Dit is vaker het geval bij kinderen.
- De natriuminname is bevolkingsbreed hoog. Een hoge natriuminname hangt samen met een hoge bloeddruk.