Het voedingspatroon van Nederlanders zal niet alle jaren hetzelfde zijn. De laatste drie voedselconsumptiepeilingen (VCP) zijn op dezelfde manier uitgevoerd. Daarom kunnen die gegevens naast elkaar gezet worden. We vergelijken de jaren 2007-2010 en 2012-2016 met 2019-2021, voor mensen vanaf 7 jaar tot en met 69 jaar voor de consumptie en voor mensen van 18-69 jaar voor het percentage dat aan de richtlijn voldoet.

Op deze pagina staan gegevens over eiwitrijke producten. 

Tot de groep rood vlees behoren vers vlees van rund, varken, schaap, paard en wild. Gevogelte (kip, kalkoen) is geen rood vlees.
Tot de groep bewerkt vlees behoren alle vlees dat een bewerking ondergaan heeft zoals zouten, drogen, roken, paneren of bereiding tot worst of vleeswaar. Onder bewerkt vlees valt ook bewerkt gevogelte (bijvoorbeeld kipfilet voor op brood).

Tot de groep Vlees en vleesvervangers behoren vlees en vleesproducten (inclusief gevogelte) voor de warme maaltijd en de vleeswaren voor op brood en vleesvervangers (kant en klaar) voor warme maaltijd en op brood.

Tot de groep zuivel behoort alle zuivel op basis van melk. Voorbeelden zijn melk, yoghurt, zuiveldranken, kwark, vla en kaas.
De groep melk- en yoghurtproducten bevat melk, yoghurt, melkdranken (bijvoorbeeld chocolademelk, milkshake) en gefermenteerde melkdranken (bijvoorbeeld drinkyoghurt). Plantaardige zuivelvervangers vallen hier niet onder.

Tot de groep ongezouten noten en zaden behoren ongezouten noten en zaden, en ongezouten notenspread (inclusief pindakaas die voor 100% uit pinda's bestaat).

Tot de groep peulvruchten behoren erwten en bonen, zoals spliterwten, groene erwten en kikkererwten, bruine bonen, sojabonen en kapucijners.

Rood en/of bewerkt vlees

Consumptie van rood en/of bewerkt vlees

Sla de grafiek Consumptie van rood en/of bewerkt vlees over en ga naar de datatabel
De gemiddelde consumptie van rood en/of bewerkt vlees is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren met 21% gedaald. In 2007-2010 was dit 92 g/dag, in 2012-2016 was dit 83 g/dag en in 2019-2021 was dit 73 g/dag. 

Consumptie van vlees en vleesvervangers

Sla de grafiek Consumptie van vlees en vleesvervangers over en ga naar de datatabel
Naast de consumptie van rood en/bewerkt vlees is ook de totale vleesconsumptie in kaart gebracht. De gemiddelde consumptie van  vlees is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren met18% gedaald. In 2007-2010 was dit 110 g/dag, in 2012-2016 was dit 101 g/dag en in 2019-2021 was dit 91 g/dag. 

Zuivel

Totaal-gram

Sla de grafiek Consumptie van zuivel over en ga naar de datatabel
De gemiddelde consumptie van zuivel is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren eerst gedaald en daarna vrijwel gelijk gebleven. De totale daling is 14%. In 2007-2010 was dit 386 g/dag, in 2012-2016 was dit 346 g/dag en in 2019-2021 was dit 333 g/dag.

Soort naar leeftijd en geslacht-gram

Sla de grafiek Consumptie van zuivel, soorten naar leeftijd en geslacht over en ga naar de datatabel
De gemiddelde consumptie van zuivel is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren eerst gedaald en daarna vrijwel gelijk gebleven. De totale daling is 14%. In 2007-2010 was dit 386 g/dag, in 2012-2016 was dit 346 g/dag en in 2019-2021 was dit 333 g/dag.

Ongezouten noten en zaden

Consumptie van ongezouten noten en zaden

Sla de grafiek Consumptie van ongezouten noten en zaden over en ga naar de datatabel
De gemiddelde consumptie van ongezouten noten en zaden is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren gestegen. In 2007-2010 werden ongezouten noten en zaden nauwelijks gegeten (0 g/dag). In 2012-2016 was dit 3 g/dag en in 2019-2021 was dit 5 g/dag.

% dat aan richtlijn ongezouten noten voldoet

Sla de grafiek Percentage dat aan richtlijn ongezouten noten en zaden voldoet over en ga naar de datatabel
Het percentage volwassenen dat tenminste 15 gram ongezouten noten en zaden per dag eet is de afgelopen jaren gestegen. In 2007-2010 was dit 0%, in 2012-2016 was dit 5% en in 2019-2021 was dit 11%. 

Peulvruchten

Consumptie van peulvruchten

Sla de grafiek Consumptie van peulvruchten over en ga naar de datatabel

Het aantal dagen per week dat er peulvruchten worden gegeten is voor 7-69 jarigen de afgelopen jaren gestegen. In 2007-2010 was dit 0,2, in 2012-2016 was dit 0,3 en in 2019-2021 was dit 0,4 dagen per week.

Plantaardig eiwit

Aandeel plantaardig eiwit

Sla de grafiek Aandeel plantaardig eiwit van de totale consumptie van eiwit over en ga naar de datatabel
Het aandeel plantaardig eiwit van totaal eiwit is voor 7-69 jarigen de laatste jaren nauwelijks gestegen. In 2007-2010 was dit 40%, in 2012-2016 was dit 41% en in 2019-2021 was dit 43%. Voor meisjes van 7-17 jaar is een grotere stijging in dit aandeel te zien (van 42% naar 48%).