De informatie in dit onderwerp is op basis van de gegevens uit VCP 2012-2016.

In het kort

Conclusie 1

De eiwitratio is
61% dierlijk en 39% plantaardig eiwit.

Conclusie 2

Dierlijk voedsel is de belangrijkste bron voor
de uitstoot van broeikasgas, landgebruik, verzuring en vermesting.

Conclusie 3

Plantaardig voedsel en dranken zijn de belangrijkste bron voor het waterverbruik.

Milieubelasting en eiwitratio

Consumptie en bijdrage aan milieubelasting

Consumptie en bijdrage aan milieubelasting

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan consumptie en milieubelasting over en ga naar de datatabel

Nederlanders eten en drinken in de periode van 2012 tot 2016 ongeveer evenveel plantaardig als dierlijk voedsel (in grammen per persoon per dag). De consumptie van dierlijk voedsel draagt gemiddeld het meeste bij aan de uitstoot van broeikasgassen, landgebruik, verzuring en vermesting van zoet en zoutwater. De consumptie van plantaardig voedsel en dranken draagt gemiddeld het meeste bij aan blauw waterverbruik. Lees het volledige rapport hier.

Eiwitratio

Totaal

Sla de grafiek Eiwitratio over en ga naar de datatabel

De eiwitinname was in de periode van 2012 tot 2016, 48 gram (61%) dierlijk eiwit en 30 gram (39%) plantaardig eiwit. De verhouding dierlijk/plantaardig eiwit is voor jongens en meisjes en voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Er is variatie in eiwitratio voor de subgroepen naar opleiding en gewichtsklasse.

Opleiding

Sla de grafiek Eiwitratio naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De eiwitinname was in de periode van 2012 tot 2016, 48 gram (61%) dierlijk eiwit en 30 gram (39%) plantaardig eiwit. De verhouding dierlijk/plantaardig eiwit is voor jongens en meisjes en voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Er is variatie in eiwitratio voor de subgroepen naar opleiding en gewichtsklasse.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Eiwitratio naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De eiwitinname was in de periode van 2012 tot 2016, 48 gram (61%) dierlijk eiwit en 30 gram (39%) plantaardig eiwit. De verhouding dierlijk/plantaardig eiwit is voor jongens en meisjes en voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Er is variatie in eiwitratio voor de subgroepen naar opleiding en gewichtsklasse.

Milieubelasting door voedselconsumptie

Gegevens over milieubelasting van voedingsmiddelen komen uit de Database Milieubelasting Voedingsmiddelen. Daarin is de milieubelasting voor voedingsmiddelen bepaald via de methode van levenscyclusanalyse (LCA).

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde uitstoot van broeikasgassen per dag over en ga naar de datatabel

De gemiddelde uitstoot van broeikasgassen door voedselconsumptie is circa 5 kg CO2-equivalenten per persoon per dag. De uitstoot van broeikasgassen varieert naar leeftijd en geslacht.

De opwarming van de aarde is een gevolg van de uitstoot van allerlei broeikasgassen. Bijvoorbeeld, de gassen die vrijkomen door de spijsvertering (boeren en scheten) van vooral rundvee en het gebruik van aardgas in de (glas)tuinbouw dragen hieraan bij.  De gemiddelde uitstoot per persoon is berekend door alle soorten broeikasgassen om te rekenen naar CO2Zie voor een volledige beschrijving van de indicatoren het rapport https://www.rivm.nl/publicaties/wat-eten-we-in-nederland-2012-2016-verhouding-dierlijk-en-plantaardig-voedsel-eiwitten.  

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde uitstoot van broeikasgassen per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De gemiddelde uitstoot van broeikasgassen door voedselconsumptie is circa 5 kg CO2-equivalenten per persoon per dag. De uitstoot van broeikasgassen varieert naar leeftijd en geslacht.

De opwarming van de aarde is een gevolg van de uitstoot van allerlei broeikasgassen. Bijvoorbeeld, de gassen die vrijkomen door de spijsvertering (boeren en scheten) van vooral rundvee en het gebruik van aardgas in de (glas)tuinbouw dragen hieraan bij.  De gemiddelde uitstoot per persoon is berekend door alle soorten broeikasgassen om te rekenen naar CO2. Zie voor een volledige beschrijving van de indicatoren het rapport https://www.rivm.nl/publicaties/wat-eten-we-in-nederland-2012-2016-verhouding-dierlijk-en-plantaardig-voedsel-eiwitten.  

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde uitstoot van broeikasgassen per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De gemiddelde uitstoot van broeikasgassen door voedselconsumptie is circa 5 kg CO2-equivalenten per persoon per dag. De uitstoot van broeikasgassen varieert naar leeftijd en geslacht.

De opwarming van de aarde is een gevolg van de uitstoot van allerlei broeikasgassen. Bijvoorbeeld, de gassen die vrijkomen door de spijsvertering (boeren en scheten) van vooral rundvee en het gebruik van aardgas in de (glas)tuinbouw dragen hieraan bij.  De gemiddelde uitstoot per persoon is berekend door alle soorten broeikasgassen om te rekenen naar CO2. Zie voor een volledige beschrijving van de indicatoren het rapport https://www.rivm.nl/publicaties/wat-eten-we-in-nederland-2012-2016-verhouding-dierlijk-en-plantaardig-voedsel-eiwitten.  

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde blauw waterverbruik per dag over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde waterverbruik door voedselconsumptie is circa 0,140 m3 of 140 liter per persoon per dag. Het waterverbruik varieert naar leeftijd.

Het waterverbruik is de totale hoeveelheid water, uit oppervlakte- of grondwaterbronnen, dat verdampt, in producten wordt opgenomen, naar andere stroomgebieden wordt overgebracht of in zee wordt geloosd. Blauw water, of  irrigatiewater, is de hoeveelheid water die nodig is voor het irrigeren van gewassen. Dit is dus exclusief regenwater (groen water).

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde blauw waterverbruik per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde waterverbruik door voedselconsumptie is circa 0,140 m3 of 140 liter per persoon per dag. Het waterverbruik varieert naar leeftijd.

Het waterverbruik is de totale hoeveelheid water, uit oppervlakte- of grondwaterbronnen, dat verdampt, in producten wordt opgenomen, naar andere stroomgebieden wordt overgebracht of in zee wordt geloosd. Blauw water, of  irrigatiewater, is de hoeveelheid water die nodig is voor het irrigeren van gewassen. Dit is dus exclusief regenwater (groen water).

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde blauw waterverbruik per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde waterverbruik door voedselconsumptie is circa 0,140 m3 of 140 liter per persoon per dag. Het waterverbruik varieert naar leeftijd.

Het waterverbruik is de totale hoeveelheid water, uit oppervlakte- of grondwaterbronnen, dat verdampt, in producten wordt opgenomen, naar andere stroomgebieden wordt overgebracht of in zee wordt geloosd. Blauw water, of  irrigatiewater, is de hoeveelheid water die nodig is voor het irrigeren van gewassen. Dit is dus exclusief regenwater (groen water).

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde landgebruik per dag over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde landgebruik door voedselconsumptie is circa 3 m2*jaar per persoon per dag. Het landgebruik varieert naar leeftijd, geslacht en opleiding.

Landgebruik is het gebruik en verandering van landoppervlakte door menselijke activiteit. Dit omvat de benodigde landoppervlakte, die nodig is voor enerzijds de teelt van bepaalde gewassen voor consumenten zoals aardappelen. Anderzijds de teelt van gras, tarwe of mais voor de productie van diervoeding. Verandering van landoppervlakte is bijvoorbeeld het ontbossen van land om het te gebruiken voor landbouw. De eenheid m2*jaar is het gebruikt oppervlak land vermenigvuldigd met de periode van gebruik.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde landgebruik per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde landgebruik door voedselconsumptie is circa 3 m2*jaar per persoon per dag. Het landgebruik varieert naar leeftijd, geslacht en opleiding.

Landgebruik is het gebruik en verandering van landoppervlakte door menselijke activiteit. Dit omvat de benodigde landoppervlakte, die nodig is voor enerzijds de teelt van bepaalde gewassen voor consumenten zoals aardappelen. Anderzijds de teelt van gras, tarwe of mais voor de productie van diervoeding. Verandering van landoppervlakte is bijvoorbeeld het ontbossen van land om het te gebruiken voor landbouw. De eenheid m2*jaar is het gebruikt oppervlak land vermenigvuldigd met de periode van gebruik.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde landgebruik per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

Het gemiddelde landgebruik door voedselconsumptie is circa 3 m2*jaar per persoon per dag. Het landgebruik varieert naar leeftijd, geslacht en opleiding.

Landgebruik is het gebruik en verandering van landoppervlakte door menselijke activiteit. Dit omvat de benodigde landoppervlakte, die nodig is voor enerzijds de teelt van bepaalde gewassen voor consumenten zoals aardappelen. Anderzijds de teelt van gras, tarwe of mais voor de productie van diervoeding. Verandering van landoppervlakte is bijvoorbeeld het ontbossen van land om het te gebruiken voor landbouw. De eenheid m2*jaar is het gebruikt oppervlak land vermenigvuldigd met de periode van gebruik.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan verzuring is circa 4.9*10-2kg SO2-eq per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Verzuring van de bodem is de verandering van de zuurgraad in de bodem door het neerslaan van gassen. Deze gassen zijn afkomstig van bronnen zoals voedseltransport en voedselverwerkende fabrieken. Voorbeelden van deze stoffen zijn sulfaten, nitraten en fosfaten. De totale hoeveelheid wordt omgerekend naar zwaveldioxide (SO2).

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan verzuring is circa 4.9*10-2kg SO2-eq per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Verzuring van de bodem is de verandering van de zuurgraad in de bodem door het neerslaan van gassen. Deze gassen zijn afkomstig van bronnen zoals voedseltransport en voedselverwerkende fabrieken. Voorbeelden van deze stoffen zijn sulfaten, nitraten en fosfaten. De totale hoeveelheid wordt omgerekend naar zwaveldioxide (SO2).

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan verzuring is circa 4.9*10-2kg SO2-eq per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Verzuring van de bodem is de verandering van de zuurgraad in de bodem door het neerslaan van gassen. Deze gassen zijn afkomstig van bronnen zoals voedseltransport en voedselverwerkende fabrieken. Voorbeelden van deze stoffen zijn sulfaten, nitraten en fosfaten. De totale hoeveelheid wordt omgerekend naar zwaveldioxide (SO2).

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoetwater per dag over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoetwater is 3.6*10-4 kg P-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoetwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoetwater worden alle meststoffen omgerekend naar fosfor (P-equivalent).

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoetwater per dag naar opleidingniveau over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoetwater is 3.6*10-4 kg P-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoetwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoetwater worden alle meststoffen omgerekend naar fosfor (P-equivalent).

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoetwater per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoetwater is 3.6*10-4 kg P-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoetwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoetwater worden alle meststoffen omgerekend naar fosfor (P-equivalent).

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoutwater per dag over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoutwater is circa 8.3*10-3 kg GRAM N-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoutwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoutwater worden alle meststoffen omgerekend naar stikstof (N-equivalent).

Opleidingsniveau

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoutwater per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoutwater is circa 8.3*10-3 kg GRAM N-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoutwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoutwater worden alle meststoffen omgerekend naar stikstof (N-equivalent).

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting zoutwater per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De gemiddelde bijdrage door voedselconsumptie aan vermesting van zoutwater is circa 8.3*10-3 kg GRAM N-equivalenten per persoon per dag. De impact varieert naar leeftijd en geslacht.

Vermesting van zoutwater is de toename van meststoffen in water als gevolg van menselijke activiteit. De stoffen kunnen over lange afstanden reizen, door de lucht of via rivieren, en beïnvloeden zowel zoetwater als zoutwater. Als er te veel van deze stoffen in het water terecht komen heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het water en het leven in het water. Voor vermesting van zoutwater worden alle meststoffen omgerekend naar stikstof (N-equivalent).

Bijdrage per productgroep aan milieubelasting

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen per dag over en ga naar de datatabel

De consumptie van vlees, zuivel en kaas is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van broeikasgassen.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De consumptie van vlees, zuivel en kaas is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van broeikasgassen.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De consumptie van vlees, zuivel en kaas is verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van broeikasgassen.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan blauw waterverbruik per dag over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het waterverbruik zijn: fruit en olijven, vruchten- en groentesappen, koffie en thee, en vlees.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan blauw waterverbruik per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het waterverbruik zijn: fruit en olijven, vruchten- en groentesappen, koffie en thee, en vlees.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan blauw waterverbruik per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het waterverbruik zijn: fruit en olijven, vruchten- en groentesappen, koffie en thee, en vlees.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan landgebruik per dag over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het landgebruik zijn vlees en zuivel. Andere belangrijke productgroepen zijn brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee, vetten en oliën, en kaas.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan landgebruik per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het landgebruik zijn vlees en zuivel. Andere belangrijke productgroepen zijn brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee, vetten en oliën, en kaas.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan landgebruik per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De productgroepen met de hoogste bijdrage aan het landgebruik zijn vlees en zuivel. Andere belangrijke productgroepen zijn brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee, vetten en oliën, en kaas.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag over en ga naar de datatabel

Van de dierlijke productgroepen zijn vlees, zuivel, en kaas verantwoordelijk voor 75% van de totale bijdrage aan verzuring.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

Van de dierlijke productgroepen zijn vlees, zuivel, en kaas verantwoordelijk voor 75% van de totale bijdrage aan verzuring.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan verzuring per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

Van de dierlijke productgroepen zijn vlees, zuivel, en kaas verantwoordelijk voor 75% van de totale bijdrage aan verzuring.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoetwater per dag over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee dragen het meeste bij aan vermesting van zoetwater.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoetwater per dag naar opleidingsniveau over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee dragen het meeste bij aan vermesting van zoetwater.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoetwater per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, brood, granen, rijst en pasta, en koffie en thee dragen het meeste bij aan vermesting van zoetwater.

Totaal

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoutwater per dag over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, zuivel, en kaas zijn samen verantwoordelijk voor meer dan twee derde van de bijdrage aan vermesting van zoutwater.

Opleiding

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoutwater per dag naar opleidingniveau over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, zuivel, en kaas zijn samen verantwoordelijk voor meer dan twee derde van de bijdrage aan vermesting van zoutwater.

Gewichtsklasse

Sla de grafiek Gemiddelde bijdrage aan vermesting van zoutwater per dag naar gewichtsklasse over en ga naar de datatabel

De productgroepen vlees, zuivel, en kaas zijn samen verantwoordelijk voor meer dan twee derde van de bijdrage aan vermesting van zoutwater.